De eerste drie weken met mijn insulinepomp

De eerste drie weken met mijn insulinepomp

Als je me nu zou vertellen dat ik al een aantal maanden met mijn insulinepomp rondhuppel, geloof ik je direct. Wat went dat snel zeg. In werkelijkheid is het pas drie weken geleden; de dag dat ik overging op de pomp. Ik zag er best wel tegenop en had daarom ook niet verwacht dat ik zo snel vertrouwd zou raken met het vervelende kastje dat altijd aan me hangt. Maar dat wil nog niet zeggen dat het allemaal zonder slag of stoot gaat en is gegaan. Verre van zelfs. Kort samengevat was de eerste week één groot feest, de tweede week een mentale catastrofe en de derde week een soort van reset. Laten we bij het begin beginnen en even terug gaan naar de eerste week…

De eerste week met mijn insulinepomp

Ik kan mijn geluk niet op. De lijn op mijn Freestyle Libre is perfect. Wat een uitvinding!! Bij elke keer scannen ervaar ik een klein geluksmomentje. Blij spring ik door het huis: “Kijk!! Het gaat nog steeds goed!” Het zou toch wat zijn als je vanaf de eerste dag gelijk al dé juiste instelling te pakken hebt? Soms zit ik te vloeken en te tieren omdat mijn insulinepomp weer door de lucht vliegt, maar als dat alles is? Was het maar waar… Zoals in een reactie op mijn vorige artikel al gewaarschuwd werd voor de perfecte eerste week als gevolg van de nog aanwezig langwerkende insuline, zag ik de bui al een beetje hangen.

Hypo na hypo

Tot aan het moment dat ik ga hardlopen gaat alles goed. Een halfuur voor het hardlopen zet ik mijn basaal op 50% en eet ik een koekje waar ik 50% voor bolus. Het hardlopen zelf gaat goed, maar daarna is het hypo na hypo, ondanks dat mijn basaal nog steeds op 50% staat. Ook de volgende dag is het een groot hypofestijn, maar tik ik ook doodleuk na het eten van mijn zondagsbroodjes de 16 mmol/l aan. Ik begrijp er niks meer van. De dinsdag daarop zet ik na het overleg met de diabetesverpleegkundige mijn ratio wat milder. Maar richting het einde van die tweede week merk ik dat het mentaal steeds slechter gaat..

Verslaafd aan mijn sensor..

Terwijl ik op bed lig en de tranen uit mijn ogen wrijf, zie ik op mijn Libre dat ik niet meer 15-20 keer per dag scan, maar 45-50 keer. Dat is elke 10 à 15 minuten. Dat is insane. Krankzinnig. Ik heb er geen woorden voor. De hele dag ben ik maar met één ding bezig: het managen van mijn bloedglucosewaarden. En omdat niet elke scan netjes binnen het blauwe gebied is (miss perfectionisme hier, aangenaam), voel ik mij bij elke scan een ontzettende faalhaas. Het frustreert me. Ik wil het begrijpen, grip hebben en een perfect resultaat leveren. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn?!

Meer rust in mijn hoofd

Mijn vriend stelt simpelweg voor om te stoppen met de Libre: “Het maakt je helemaal gek.” En daar heeft hij gelijk in. Maar de dagelijkse grafiek is erg waardevol om trends mee te kunnen herkennen. Daarom wil ik niet stoppen, maar de Libre wel anders gaan gebruiken. Niet meer elke tien minuten kijken hoe het gaat. Gewoon even laten gaan. Afkicken. Ik maak met mezelf de afspraak om de 45-50 scans per dag weer terug te brengen naar tien scans. Op kleine notitieblaadjes houd ik alles netjes bij. Met mijn waarden gaat het daardoor ook iets beter, maar het fijnste vind ik toch wel dat ik weer wat rust begin te krijgen in mijn hoofd.

In het begin wat ongemakkelijk

Ik ben de insulinepomp toch maar weer in mijn BH gaan dragen. Kleding wise is dat het makkelijkste en ook dat went, want ik ervaar het niet meer als vervelend. Over mijn BH draag ik een topje, waardoor er een ruimte gecreëerd wordt waar de pomp in past. De eerste dagen voelt het ongemakkelijk om mijn pomp tevoorschijn te halen. Het ziet er toch wat vreemd uit als je iets tussen je borsten vandaan pakt. Inmiddels vind ik het in bekend gezelschap en/of een bomvolle kantine niet meer zo’n probleem. Maar één op één met een collega of iemand die ik nog niet ken, vind ik het toch nog wel een dingetje. Ook dat is een kwestie van wennen, hoop ik dan maar! 😉

Help?! Is dit normaal?!

Met het infuus zit ik enorm te stoeien. Op donderdagavond plaats ik een nieuw infuus. Alles gaat goed, denk ik. Die avond zit ik iets aan de hoge kant en doe ik een correctie. Die ochtend word ik wakker met 14 mmol/l. He, fuck. Daar is iets niet goed gegaan. Snel doe ik weer een correctie en stap ik uit bed. Twee seconden later begint mijn pomp te trillen. Verstopping, staat er op het schermpje. ARGH! Dat verklaart een hoop. Hoewel ik liever op de bank plof voor mijn dagelijkse kopje koffie en ontbijt, vervang ik eerst het infuus.

Auw. Dat was geen goede plek. GRR. Wat een frustraties. Misschien dat het gevoel wegtrekt. Ik geef het wat tijd. Die ochtend wandel ik een rondje met mijn moeder en voel ik het infuus in mijn buikspier prikken. Dit is niet fijn. Eenmaal thuis besluit ik voor een derde keer in twaalf uur het infuus te vervangen. Als ik hem eruit haal schrik ik mij een hoedje, want het begint te bloeden. Flink te bloeden. Het loopt er in een straaltje uit. Snel ren ik naar de keuken en pak ik een tissue om te voorkomen dat mijn hele broek onder zit.

De infusiesets zijn geen pretje

Slank zijn is niet altijd een pretje hoor. Een week later heb ik een soortgelijke reeks waarin ik infuus na infuus plaats. Dan zit die weer in een spier, op een plek met véél te weinig spekkies of op een plek waardoor mijn broek niet meer lekker dicht kan. Geef mij maar gewoon een flink zwembandje (ik heb mijn twijfels bij deze uitspraak), dan doet dat infuus in ieder geval geen pijn meer. De komende weken ga ik maar eens experimenteren; misschien dat het voor mij wel werkt om het infuus in mijn been of aan de bovenkant van mijn billen te dragen. Proberen kan altijd.

Voor hem is de insulinepomp ook nieuw

Mijn vriend heeft het niet makkelijk gehad de eerste drie weken. Hij is een schat, écht. Een betere steun kan ik mij niet wensen. Maar ook voor hem is alles nieuw, wat er soms voor zorgt dat ik onterecht gepikeerd raak als hij vergeet om iets af te wegen en/of mij al een paar stappen voor is. Soms ben ik echt een diabetes-heks. Alles moet op de gram nauwkeurig. En als we dan toch last minute besluiten om de rijst niet helemaal toe te voegen aan het gerecht, zorgt dat voor een kleine error in mijn ik-wil-alles-perfect-doen-hoofdje en krijgt hij de volle laag.

Want hoe moet ik nu die koolhydraten tellen? Het is al zo ingewikkeld; laat staan als ik opeens het gewicht van de afgewogen ongekookte rijst moet gaan corrigeren op basis van een bepaalde hoeveelheid gekookte rijst die we niet op gaan eten. Onmogelijk. Flexibel ben ik niet geweest, evenals een zonnetje in huis. Maar gelukkig merk ik dat nu ik weer wat rust krijg in mijn hoofd, het elke dag iets beter gaat!

Hoe waren de eerste weken met een insulinepomp voor jou?